Werner Toonk: Hoe erg is segregatie in het onderwijs?

In een opiniestuk in het Parool vraagt VVD-raadslid Werner Toonk zich af hoe erg segregatie in het onderwijs nu werkelijk is. "De samenleving is minder maakbaar dan sommigen denken." Lees hier zijn opiniestuk.

Hoe erg is segregatie in het onderwijs?

Het Amsterdamse onderwijs is te gesegregeerd. Dat is althans wat linkse politici beweren. Volgens hen zijn scholen te wit, of te zwart, hoewel je die terminologie eigenlijk niet mag gebruiken. Het moet gaan over kansarme of kansrijke kinderen, of nee, beter is het nog om het te hebben over het opleidingsniveau van de ouders, maar daar mag je dan wel weer de etnische achtergrond van de ouders erbij betrekken. Dat is ook hoe het stadsgesprek in De Balie over segregatie in het onderwijs begon.

Maar hoe erg is die segregatie nu eigenlijk? Als het aan de onderwijswoordvoerder van GroenLinks ligt, dan is het zo erg dat de overheid moet ingrijpen en de keuzevrijheid van ouders mag inperken. Gelukkig zit deze partij in Amsterdam in de oppositiebankjes en krijgen ze het ook na de komende verkiezingen niet alleen voor het zeggen. De liberalen bij de VVD zullen er altijd pal voor blijven staan dat ouders zoveel mogelijk zelf kunnen kiezen naar welke school ze hun kind sturen. We leven in een vrij land, en we hebben geen overheid nodig om daar beperkingen in op te leggen. Die beperkingen zijn er al te veel.

Uit de diversiteitscijfers die de gemeente deze week presenteerde, blijkt onder meer dat Amsterdamse kinderen met Surinaamse roots relatief vaak bij elkaar op school zitten. Hoe erg is dat? Mensen zoeken vaak groepen op waarbij ze zich thuis voelen. Dat geldt niet alleen voor Surinaams-Nederlandse leerlingen. Is het aan de overheid om daarin bij te sturen? Als het aan ons ligt nadrukkelijk niet. Het is aan de overheid om erop toe te zien dat er goed onderwijs gegeven wordt, waarin eenieder gelijke kansen krijgt, en om keuzeruimte te faciliteren. Niet om die te beperken.

Slechts 18% van de kinderen zou volgens Groen Links op een gemengde school zitten. Dat wil zeggen op een school waarin de mengverhouding zo ongeveer in het midden zit. In de praktijk is 96% van alle Amsterdamse scholen al gemengd en komen mono-culturele scholen amper voor in de stad. Wat storend is, is dat precies gemengd wordt beschouwd als goed, en minder gemengd als fout. Waar gemakshalve aan voorbij gegaan wordt, is dat een school die wat samenstelling betreft wellicht (perfect) gemengd is, nog lang geen gemengde school is. Ook hier komt segregatie voor. Ook op deze scholen spelen kinderen vaak met kinderen van de eigen etniciteit, en staan groepjes ouders op etnische afkomst gesorteerd op het schoolplein, of spreken ze in het schoolgebouw de eigen thuistaal met elkaar en hun kinderen, vaak omdat ze helaas de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn. Ik vraag me weleens of in hoeverre zo’n ‘perfect’ gemengde school in de praktijk nu écht bijdraagt aan de integratie. Wat ik zeker weet is dat dergelijke verschillen wel kunnen leiden tot onnodig gedoe in de klas, dat afleidt van het geven van goed onderwijs. 

Moet je dan als overheid helemaal nietsdoen om segregatie tegen te gaan? Nee, dat is te makkelijk. Als er compleet witte of zwarte scholen staan in wijken die gemengd zijn, dan is het een goede zaak om als overheid het gesprek aan te gaan om te zien in hoeverre die situatie aansluit bij de behoefte van de ouders en hun kinderen in die buurt. En als er een groep ouders is, die daar graag verandering in aanbrengt, dan kan de overheid dat faciliteren. Dat doen we in Amsterdam, met hier en daar ook goede resultaten, dankzij de energie die individuele ouders, schooldirecteuren en leerkrachten hierin stoppen.

Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven en accepteren dat onze samenleving minder maakbaar is dan sommige politici willen. Alleen al in Amsterdam gaan op dit moment meer dan 3.000 kinderen naar een islamitische basisschool. Hoe zit het daar met de integratie? Dit betreft circa één derde van alle kinderen die op een school zitten waar meer dan 80% van alle ouders een niet-westerse achtergrond hebben. Uit cijfers blijkt bovendien dat dit aantal de afgelopen jaren toegenomen is. Hoe wil je segregatie in het onderwijs bestrijden, zolang dergelijke scholen blijven bestaan? En hoe erg is het dat die scholen überhaupt bestaan, of draagt het juist bij aan de keuzevrijheid?

Aan de andere kant kunnen we ons afvragen of het nu echt kwaad kan dat er een beperkt aantal scholen is waar overwegend witte kinderen op zitten van ouders met een hoge opleiding? Worden die kinderen nu echt niet goed voorbereid op een kleurrijke maatschappij? En waar baseer je dat dan op? Zijn dat de idealistische voorkeuren van politici die daarin de doorslag geven, of die van de ouders?

Wat bij het hele debat over segregatie te weinig aandacht krijgt, ook in het stadsgesprek in De Balie, is waar het echt om gaat: alle ouders willen gewoon dat hun kinderen goed onderwijs krijgen, en bovenal gelukkig zijn. Of dat nu op een gesegregeerde, een witte of een zwarte school is, dat is daaraan ondergeschikt. Sterker nog: het zou zomaar eens kunnen zijn dat kinderen op scholen die minder gemengd zijn, een gelukkigere schooltijd hebben dan leeftijdsgenoten op sterk gemengde scholen. Ik vond het een goede suggestie uit het publiek om daar eens gericht onderzoek naar te doen. Wellicht dat dat helpt om meer tegengas te geven tegen de linkse dogma’s die dit debat overheersen.

Werner Toonk

Gemeenteraadslid VVD Amsterdam

Woordvoerder onderwijs