Tjakko Dijk: "Meer ruimte voor woningdelers"

Samenwonen met iemand waar je geen liefdesrelatie mee hebt. Wat is het probleem zou je zeggen. Toch blijft het onnodig ingewikkeld om een woning te delen in Amsterdam. Samenwonende vrienden, studenten of een combinatie daarvan hebben nog steeds te maken met complexe regels en hoge kosten voor de verhuurder. Op papier lijkt het nieuwe woningdeelbeleid simpel genoeg maar de praktijk blijkt weerbarstig. Daar moet echt verandering in komen. In een moderne stad horen moderne woonconcepten.

Tot 2011 was het delen van een woning met anderen, zonder daarmee een relatie te hebben althans, illegaal. Vervolgens heeft de VVD zelf een wijziging van het beleid voorgesteld, maar heeft het toenmalige college de regels voor woningdelen op zo’n omslachtige manier vormgegeven dat wij tegen ons eigen voorstel moesten stemmen. Desalniettemin werden de nieuwe regels aangenomen waardoor de woningdeler het moest doen met zogenoemde woongroepen.  Dit ging gepaard met zeer omslachtige voorschriften, zoals de bepaling dat men vanaf één bankrekening de huur moest betalen en een verplichte inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Sinds januari van dit jaar zijn er weer nieuwe regels. Voortaan zou er slechts door de eigenaar van het pand een omzettingsvergunning moeten worden aangevraagd als er sprake is van woningdelen. Daarnaast moet er een woonkamer van een bepaalde grootte zijn en er zijn geluidseisen. Dat is niet onredelijk. De vergunning bleek echter, ondanks opmerkingen van wethouder Ivens op vragen van de VVD dat het om een ‘lichte vorm van ‘een melding’ zou gaan, na invoering een vergunning te betreffen met leges à €533. Dat schrikt verhuurders en woningdelers af. Daar is niets ‘lichts’ aan.

Bovendien heeft de noodzakelijke omzettingsvergunning averechtse effecten op de woningwaarde, aangezien deze daardoor op grond van waarderingsregels van banken mogelijk minder waard is geworden. Hypotheekverstrekkers kunnen daardoor in het geweer komen. Doordat verhuurders soms niet willen meewerken aan het continueren van bestaand woningdelen in hun huis komt het voor dat woningdelers onder druk worden gezet om te vertrekken.

Volgens wethouder Ivens was de vergunning nodig om op te kunnen treden bij overlast. Er moest immers een soort toestemmingsdocument bestaan om in te kunnen trekken wanneer regels worden overtreden. Maar als de regels door woningdelers en verhuurders als onrechtvaardig of onuitvoerbaar worden gezien blijft er een grijs gebied bestaan. Voorwaarden omtrent geluidsisolatie jagen verhuurders van wat oudere panden op forse kosten, terwijl deze isolatie voor bijvoorbeeld een gezin met twee kinderen niet verplicht is. In veel gevallen zal die laatste categorie minstens net zo, al dan niet weinig, overlastgevend zijn als drie werkende vrienden. Het gaat namelijk in veel gevallen helemaal niet om feestvierende studenten, maar om bijvoorbeeld beginnend werkenden die graag in Amsterdam willen blijven wonen.

Woningdelen voorziet in Amsterdam nu eenmaal in een behoefte. Betaalbare woonruimte is schaars, zeker voor jongeren en starters op de arbeidsmarkt. Dan is het delen van een woning vaak een goede oplossing. Ook in andere Europese steden komt woningdelen voor en is er een soepeler beleid, bijvoorbeeld in Berlijn en Londen. Ik stel voor dat Amsterdam woningdelen zo vormgeeft dat dit een positief effect heeft op alle partijen. Op woningdelers doordat zij zekerheid hebben over hun woonruimte en op verhuurders die zich niet met complexe regelgeving zien geconfronteerd.

Dat kan door de omzettingsvergunning om te bouwen naar een meldplicht zonder kosten. Maak de eisen voor geluidsisolatie niet een afgeleide van nieuwbouw maar afhankelijk van het bouwtype. Het melden van overlast moet laagdrempeliger worden. Door de regels voor woningdelen voor alle partijen aanvaardbaar te maken wordt het aantal woningen en woningdelers dat zich aan die voorwaarden wil houden ook groter, waardoor er meer zicht is op die mensen die zich er desondanks niet aan willen houden. Ook dit beleid staat of valt daarom met goede handhaving. Dan kan woningdelen blijven voorzien in een behoefte, kunnen woningdelers van hun woning blijven genieten en kan Amsterdam op dit gebied met haar tijd meegaan.

Tjakko Dijk
Gemeenteraadslid VVD Amsterdam