Vragen VVD over rapporten financiering 1012

VVD-gemeenteraadslid Marijn Ornstein heeft vanochtend vragen aan het College gesteld over de financiering van het Wallenproject 1012. Uit twee kritische onafhankelijke rapporten blijkt dat de gemeente onvoldoende geld heeft gereserveerd om prostitutiepanden op te kopen en de bijbehorende planschade te vergoeden.

Het Parool van 25 februari 2012 maakt in het artikel “Project 1012 onhaalbaar door geldgebrek gemeente” melding van twee kritische rapporten over het Wallenproject die in opdracht van raambordeelhouders zijn uitgevoerd. Volgens de onafhankelijke onderzoekbureaus Akro Consult en Ecorys hebben Gemeente Amsterdam en de lokale woningcorporaties onvoldoende geld gereserveerd om alle bordelen op te kopen die buiten de aangewezen gebieden liggen waar prostitutie wel mag blijven. Volgens Akro kost het opkopen van de bordelen die dienen te verdwijnen 165 miljoen euro plus 49 tot 63 miljoen euro planschade. Ecorys denkt dat het gaat om 105 tot 116 miljoen euro voor de aankoop en 72 tot 91 miljoen euro planschade. Er wordt naar het Rekenkamerrapport “Coalitieproject 1012. Grip op ambitie?” verwezen om aan te tonen dat Amsterdam dit geld niet heeft. In totaal zou namelijk slechts 36 miljoen euro voor planschade zijn gereserveerd.

Ecorys komt tot de conclusie dat geen sprake is van een financieel en economisch uitvoerbaar concept-bestemmingsplan “Herbestemmen raambordelen binnenstad” van Stadsdeel Centrum. Ook Akro concludeert dat de kosten aanzienlijk hoger zijn dan het vastgestelde budget. Dat is relevant omdat de Raad van State het bestemmingsplan kan verwerpen als duidelijk is dat het plan financieel en economisch onuitvoerbaar is omdat te weinig middelen beschikbaar zijn. Het Parool sluit af met de opmerking dat ook plannen zoals voor een NV Wallen op niets zijn uitgelopen.

VVD-raadslid Marijn Ornstein heeft aan het College de volgende schriftelijke vragen gesteld:

  1. Heeft het College kennis genomen van de berichtgeving in Het Parool en de rapporten van Akro Consult en Ecorys?
  2. Hoe oordeelt het College over de rapporten? Kan het College per conclusie gemotiveerd aangeven of zij het hiermee eens is?
  3. Welke rol heeft de centrale stad bij de financiële kant van het bestemmingsplan. Welke financiële risico’s loopt de centrale stad?
  4. Welke stappen is het College voornemens te zetten naar aanleiding van de rapporten? Gaat zij in overleg met het dagelijks bestuur van Stadsdeel Centrum de financiële onderbouwing van het (concept-)bestemmingsplan aanpassen? Zo ja, wanneer kan de Gemeenteraad deze voorstellen tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?
  5. Hoe oordeelt het College over de slotopmerking van Het Parool dat de plannen voor een NV Wallen op niets zijn uitgelopen? Wanneer kan de Gemeenteraad nieuwe voorstellen voor de totstandkoming van een NV Wallen/NV 1012/1012 Inc. tegemoet zien?