De Vrije Amsterdammer: Kartinie Martowirono

In Amsterdam West is ze vice-fractievoorzitter van de VVD-fractie. Naast een aantal inhoudelijke portefeuilles dat haar na aan het hart ligt bestiert ze ook de vergaderingen van de raad als raadsvoorzitter. Een interview met “de onderkoningin van Amsterdam West”, Kartinie Martowirono.

In Amsterdam West is ze vice-fractievoorzitter van de VVD-fractie. Naast een aantal inhoudelijke portefeuilles dat haar na aan het hart ligt bestiert ze ook de vergaderingen van de raad als raadsvoorzitter. Een interview met “de onderkoningin van Amsterdam West”, Kartinie Martowirono.

Wie is je vader en wie is je moeder?

Mijn vader is Waldi Martowirono en mijn moeder Anna Aleida Bosklopper.

Mijn vader is Surinaams-Javaans. Hij is opgegroeid op een plantage in het district Commewijne. Hij heeft zijn school gedaan in Paramaribo en kwam in 1970 naar Nederland.

Mijn moeder is in de Achterhoek geboren, maar opgegroeid in Amsterdam.

Ik ben erg blij met mijn ouders. Ze hebben mij een zeer liberale levensinstelling meegegeven. Haal eruit wat er in zit, ga voor de top! Doe het op eigen kracht en met hard werken. Ook het ondernemerschap heb ik meegekregen. Zo had mijn vader naast zijn werk een succesvolle sportschool in Nunspeet en Elburg.

Mijn ouders hebben me altijd gesteund. Mijn middelbare school, het gymnasium in Zwolle, was niet in de buurt, maar het was de beste school waar ik naartoe kon. De afstand mocht daarbij volgens mijn ouders geen belemmering vormen. Dat ze daarvoor af en toe moesten rijden om me te halen en brengen, als ik bijvoorbeeld een feestje had, deden ze met alle liefde.

Pas de laatste jaren sta ik meer stil bij het feit dat ik uit twee culturen kom. In 1997 ben ik voor het eerst naar Suriname gegaan. Mijn oma en andere familieleden wonen daar nog. In 2009 ben ik voor een langere periode gegaan en heb ik het land, mijn Surinaamse familie en daarmee ook mezelf, beter leren kennen.

Wat is je favoriete plek van Amsterdam?

Dat is het Erasmuspark. Ik ben in 2003 in West komen wonen en vanaf het begin kom ik er graag. Van yup tot Turks gezin, in de zomer zijn er vele mensen te vinden. Dat is voor mij Amsterdam.

Waarom ben je VVD’er?

De VVD is dé partij van ontwikkeling, optimisme en realisme en daar kan ik me ontzettend in vinden. Geloof in kracht en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke levensopvattingen voor mij.

Wie is je favoriete politicus? 

Er zijn veel politici van wie ik iets kan leren, zowel op landelijk als op lokaal niveau. Als ik er maar één mag noemen dan zeg ik Neelie Kroes, een vrouw die zich niet van de wijs laat brengen en uiterst ambitieus is. Als je bedenkt dat het vroeger als vrouw in de politiek een stuk lastiger was dan nu, dan is het zeker bewonderenswaardig wat zij heeft bereikt.

Je zegt dat het destijds als vrouw moeilijker was dan nu. Heb jij zelf moeilijkheden ervaren als vrouw?

Nee, eigenlijk niet. Ik merk wel dat er nog steeds minder vrouwen actief zijn binnen de VVD. De vraag is hoe dat komt. Is het daadwerkelijk lastiger of zijn er simpelweg minder vrouwen die iets willen doen?

Wat is je meest leerzame nederlaag?

Dat is moeilijk. Ik kan eigenlijk geen nederlagen bedenken, wel enkele tegenslagen. Ik heb geneeskunde gestudeerd, maar ik kwam er na een aantal jaren studie achter dat het beroep van arts om verschillende redenen eigenlijk helemaal niet bij mij past. Daarnaast zou het erg lastig te combineren zijn met mijn politieke ambities. Van jongs af aan wilde ik dokter worden en ik had me dan ook nooit op iets anders georiënteerd. Uiteindelijk heb ik mijn studie afgerond door middel van een vrij doctoraal geneeskunde, gericht op onderzoek binnen de gezondheidszorg en werk ik op dit moment met veel plezier aan een onderzoek op het gebied van patiëntveiligheid en onderwijs binnen de chirurgie.

Wat is je meest leerzame triomf?

Mijn eerste wetenschappelijke publicatie in een internationaal tijdschrift, dat was een bevestiging dat ik de goede keuze heb gemaakt. De directe plaatsing van het artikel zonder wijzigingen, daar was ik best trots op.

En je voorzitterschap van de raad, was dat een triomf?

Ik ambieerde het voorzitterschap niet, maar ik werd ervoor gevraagd, ook door andere partijen. Ik vond het een lastige beslissing, want je kunt politiek inhoudelijk gezien minder. Ik heb met een aantal mensen overlegd en uiteindelijk besloten het toch te doen.

Je bent de schakel tussen raad en college, tussen raad en griffie en soms ook tussen de verschillende partijen of raadsleden. De werkzaamheden als raadsvoorzitter zijn divers en je moet je steeds weer afvragen op welke manier je het beste invulling kunt geven aan je rol. In West hebben we de problemen met D66 A en D66 B gehad. Dat was een lastige situatie. Aan de ene kant heb je de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de raad ondanks het debacle zo goed mogelijk kan blijven functioneren en aan de andere kant wil je je er zo min mogelijk mee bemoeien, omdat het een interne D66-aangelegenheid betreft. Ik heb een aantal goede adviseurs gehad en inmiddels zijn de problemen opgelost. Gelukkig maar, want de situatie heeft het aanzien van de politiek in West helaas geen goed gedaan.

Het leiden van de raadsvergaderingen vind ik een van de leukste onderdelen van het raadsvoorzitterschap. De structuur erin houden, zodat iedereen zijn standpunten naar voren kan brengen. En stiekem houd ik er ook wel van om een beetje het middelpunt te zijn.

Het voorzitterschap brengt wel met zich mee dat ik inhoudelijk niet altijd alles zelf kan doen. Natuurlijk zou ik het liefst mijn eigen moties verdedigen of meedebatteren over onderwerpen binnen mijn portefeuilles, maar dat kan in deze rol niet altijd. Door mijn fractie wordt dit goed opgevangen, maar het blijft een belangrijk nadeel. De komende tijd wil ik daar graag een iets andere balans in aanbrengen, want de inhoud is natuurlijk wel de reden waarom ik de politiek in ben gegaan. Ik denk dat het voorzitterschap uiteindelijk wel voordelen voor de fractie met zich meebrengt. Ik ben bij veel overleggen aanwezig en weet daardoor vaak snel wat er speelt. Daarnaast zijn er momenten dat je naar buiten toe optreedt als het gezicht van de raad en hoewel ik als voorzitter onpartijdig optreedt, staat er vaak toch VVD achter mijn naam. Dat kan voordelig zijn voor de herkenbaarheid en aanwezigheid van onze partij.

Waarom ben je een Vrije Amsterdammer?

Ik denk vooral omdat ik echt geniet van deze stad. Je kunt doen wat je wilt en de mogelijkheden zijn eindeloos. Daar geniet ik met volle teugen van.

Tekst: Wim de Geus en An Moorman, Redactiecommissie