VVD stelt vragen over leegstandsbeheer bij kantoren

In 2011 heeft Amsterdam een leegstandverordening aangenomen. Deze mogelijkheid werd geboden door de invoering van de Wet Kraken en Leegstand. De VVD vindt het terugdringen van de kantorenleegstand van groot belang, maar vreest dat een aanzienlijk deel van de kantorenleegstand in Amsterdam structureel is.

In 2011 heeft Amsterdam een leegstandverordening aangenomen. Deze mogelijkheid werd geboden door de invoering van de Wet Kraken en Leegstand. De VVD vindt het terugdringen van de kantorenleegstand van groot belang, maar vreest dat een aanzienlijk deel van de kantorenleegstand in Amsterdam structureel is. Daarom zouden we anders tegen leegstandsbeheer moeten gaan aankijken.

VVD-gemeenteraadslid Daniel van der Ree stelde de volgende vragen:

“Het College zet in op afspraken met opdrachtgevers en de in Amsterdam actieve leegstandbeheerders om de bezettingsgraad voor kantoren, volgens het initiatiefvoorstel van raadslid Mulder momenteel circa 20%, te verhogen tot minimaal 50% (mits wordt voldaan aan brandveiligheidseisen).” Bron: ‘Leegstand in Amsterdam: inzet op gebruik, aanpak van leegstand’ (24 maart 2011)

1. Wat zijn de ervaringen tot dusver met de 50% bezettingseis bij leegstandsbeheer? Graag een nadere uitleg.

2. Zijn er bij de gemeente eigenaren van kantoren bekend die vanwege deze eis afzien van leegstandsbeheer, bijvoorbeeld omdat ze vrezen voor sociale onbeheersbaarheid?

Door het kraakverbod is leegstandsbeheer niet meer primair nodig om kraak te voorkomen. Leegstandsbeheer kost een eigenaar bovendien geld.

3. Is het College het met de VVD eens dat eigenaren van leegstaande kantoren desondanks moeten worden gestimuleerd deze via leegstandsbeheer in te vullen?

4. Hoe gaat de gemeente Amsterdam om met het gebruikersdeel van de OZB van een via leegstandsbeheer ingevuld kantoor in vergelijking tot een leegstaand kantoor? Wordt het gebruikersdeel berekend voor het in leegstandsbeheer genomen deel van het gebouw of voor het gehele gebouw? Wat is de waardegrondslag van het OZB gebruikersdeel van een in leegstandsbeheer genomen kantoor?

5. Is autonoom gemeentelijk beleid met betrekking tot de OZB mogelijk? Indien ja, is het College bereid te onderzoeken in hoeverre de OZB ingezet kan worden om het via leegstandsbeheer invullen van leegstaande kantoren te stimuleren?

In een brief van Minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 17 januari 2012 wordt Amsterdam de mogelijkheid geboden tijdelijke huurcontracten ruimer in te zetten.

6. Geldt de geboden verruiming voor tijdelijke verhuur alleen voor woningen of ook voor bedrijfsgebouwen? Gaarne een nadere uitleg.

7. Is het College het met de VVD eens dat nieuwe contractvormen met een hogere vergoeding tijdelijk gebruik via leegstandsbeheer kunnen stimuleren? Zo ja, is het College bereid te onderzoeken wat daarvoor de mogelijkheden en obstakels zijn?