De Vrije Amsterdammer: Tjakko Dijk

Tjakko Dijk staat nummer acht op de VVD-lijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Omdat hij beleidsmedewerker bij de VVD-fractie in de Tweede Kamer is, reist hij dagelijks heen en weer tussen Amsterdam en Den Haag. Momenteel is hij actief als deelraadslid in West en hij maakt dus de overstap naar de centrale stad. “Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan een stad waar mensen willen, kunnen en durven te leven.”

Tjakko Dijk staat nummer acht op de VVD-lijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Omdat hij beleidsmedewerker bij de VVD-fractie in de Tweede Kamer is, reist hij dagelijks heen en weer tussen Amsterdam en Den Haag. Momenteel is hij actief als deelraadslid in West en hij maakt dus de overstap naar de centrale stad.  “Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan een stad waar mensen willen, kunnen en durven te leven.”

 

Wie is je vader en wie is je moeder?

Mijn moeder is gepensioneerd maar was vroeger bibliothecaresse. Via dat werk heeft zij in de bibliotheek van Deventer mijn vader ontmoet, die bibliothecaris was en tien jaar geleden is overleden. Ik ben de jongste van drie kinderen en heb tot mijn twintigste in Heemstede gewoond. Het is niet zo dat ik door die achtergrond van mijn ouders de hele dag met mijn neus in de boeken zit, hoewel ik wel van mijn vader, die vooral veel voor de muziekbibliotheek deed, de liefde voor muziek heb geërfd. Ik ga graag naar het Concertgebouw. Overigens denken veel mensen dat ik Van Dijk heet, dat is onjuist want mij achternaam is toch echt Dijk dus zonder “van”.

 

Waarom ben je een VVD’er?

In Heemstede was ik nog niet politiek actief, dat is pas gekomen toen ik naar Amsterdam verhuisde om planologie te gaan studeren. Tijdens discussies in mijn stamkroeg in de Roetersstraat viel het mij op dat de standpunten die voor mij vanzelfsprekend waren, helemaal niet zo vanzelfsprekend bleken te zijn. We hebben hier immers een rode universiteit! Ik merkte dat ik een van de weinigen was met een liberale kijk en dat heeft me aan het denken gezet. De overheid moet zich volgens mij alleen met de kerntaken bezighouden, zo klein mogelijk zijn en niet veel onnodige regels maken. Voor mij is de hang naar vrijheid erg belangrijk: je moet het toch zelf doen, niet afhankelijk zijn van de overheid en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. In 2001 werd ik lid van de VVD, in 2006 ben ik actief geworden in Bos en Lommer dat toen nog een stadsdeel was.

 

Wat was je meest leerzame nederlaag?

Dan denk ik niet zozeer aan werk of politiek. Wat het eerst in mij opkomt, is mijn deelname aan Alpe d’HuZes in 2011. Daaraan deed ik mee omdat mijn vader aan kanker is overleden. Ik had mij voorgenomen om die berg zes keer te beklimmen, dat is echter niet gelukt want ik ben helaas niet verder gekomen dan vijf keer. Dat gaf me sterk het gevoel dat ik gefaald had en ik heb dat als een nederlaag ervaren. Het jaar erop heb ik daarvoor revanche genomen, toen is het me wel gelukt. Wat ik hiervan geleerd heb, is dat je nog meer moet doorzetten, dan ga je maar wat minder rusten en zet je een extra tandje bij. Dat heb ik ook in werk en politiek: dat ik toch nog even doorga om het gewenste doel te bereiken.

 

Wat was je meest leerzame triomf? 

Ik organiseer al een aantal jaren de VVD-boot op de Canal Parade tijdens de Gay Pride. Het vergt altijd veel inspanning om die boot te laten varen. In 2012 was dat een hele bijzondere ervaring. Nadat ik op die dag een praatje had gehouden, voeren we onder de eerste brug door. Ik zat op de boot, keek over de 140 mensen aan boord heen en dacht: dit is waar het om gaat, dit is een triomf want de boot ligt er ondanks alles en vaart. Dat hadden we toch maar mooi voor elkaar gekregen met het team! 

 

Wat zijn je doelen?

Ik wil graag mijn steentje bijdragen aan een stad waar mensen willen, kunnen en durven te leven. Amsterdam moet een stad zijn die bruist van energie. De leefbaarheid is belangrijk, we moeten iets blijven doen aan woningmarkt die vastgelopen is en je moet vlot en veilig naar a naar b kunnen komen en niet steeds rondjes hoeven te rijden om een parkeerplek te vinden. Durven leven heeft te maken met veiligheid en blijft uiteraard belangrijk. Maar het is ook mooi om te zien dat er ondernemers zijn die iets nieuws durven te beginnen, bijvoorbeeld bij mij in de straat waar kort geleden een eetwinkel open is gegaan. Dat is zo inspirerend, mensen die durven te leven… daaraan wil ik graag meehelpen.

 

Welke obstakels zie je om die doelen te bereiken? 

Toch vooral de bereikbaarheid. Het is een uitdaging om op een klein oppervlak al die mensen te huisvesten en te laten bewegen. Hoe kun je het beste omgaan met al die functies van de stad en de drukte? Je moet dus creatief zijn, bijvoorbeeld door parkeren onder de grond nog meer mogelijk te maken. Als je slim bent en openstaat voor nieuwe oplossingen, kun je veel problemen oplossen. 

 

Wie is je favoriete politicus?

Melanie Schultz-van Haegen, de minister van Infrastructuur en Milieu. Zij weet op een hele goede manier haar beleid neer te zetten en te verkopen, ze laveert goed door de debatten en doet dat op een rustige en vriendelijke, haast zen-achtige manier. Dat vind ik een knappe manier van politiek bedrijven. Verder wil ik Frits Bolkestein noemen en uiteraard Neelie Kroes. Zij weet van doorzetten en is nog zo actief en scherp, ze straalt liberalisme uit, is onvermoeibaar en erg inspirerend.

 

Wat is jouw favoriete plek in Amsterdam?

Dat zijn er zoveel! Ik woon in West, dus ik noem toch iets uit mijn stadsdeel. Als ik uit het raam bij mij thuis kijk, zie ik het Erasmuspark. Dat is zeker een favoriete plek van mij want het is een ontzettend mooi en groen park en zorgt echt voor een rustmoment in al die dagelijkse drukte. Verder wil ik meer in het algemeen het grote contrast tussen het weidse uitzicht over het IJ en de geborgenheid en uitstraling van de grachtengordel noemen. Aan de ene kant die bijna landelijkheid en aan de andere kant de verstedelijking, die tegenstelling maakt Amsterdam ook mooi.

 

Wat maakt jou een vrije Amsterdammer?

Moeilijke vraag, want ik vind het haast vanzelfsprekend om een vrije Amsterdammer te zijn. Ik kan intens genieten van deze vrije en vrijzinnige stad. Als je fietst over de grachten dan hoef je eigenlijk niks meer te zeggen en kun je gewoonweg genieten, ik neem dan ook steeds andere routes zodat ik steeds weer andere straatjes leer kennen. Het is een stad om trots op te zijn en als ik dat aan mensen kan laten zien en ik bovendien op mijn manier kan zorgen dat deze stad verder komt en mooier wordt, dan voel ik mij op en top een vrije Amsterdammer.

 

Tekst: Arnoud van Dalen