VVD wil nader onderzoek onveiligheidsgevoelens openbaar vervoer

Steeds meer Amsterdammers voelen zich onveilig in het openbaar vervoer. Voor VVD-fractievoorzitter Robert Flos zijn de resultaten uit de Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer aanleiding om bij burgemeester Van der Laan aan te dringen op aanvullende maatregelen. Zo wil Flos dat bijstandsgerechtigden als gastheer worden ingezet op de meest onveilige stations en dat er verdiepend onderzoek wordt gedaan naar de factoren die onveiligheidsgevoelens te weeg brengen.

De subjectieve onveiligheid in het Amsterdamse openbaar vervoer is fors gestegen. Afgelopen jaar (2012) voelde 47% van de reizigers zich onveilig in het openbaar vervoer. In 2011 was dit nog 38%. Daarnaast geeft een grotere groep dan voorheen aan het openbaar vervoer ‘s nachts te mijden, 15% in 2011 t.o.v. 18% in 2012. Van al het openbaar vervoer in de stad wordt de metro als het onveiligst beschouwd. Maar liefst 70 procent van de ondervraagden zegt de metro te vermijden als het donker is.

De VVD vindt dat er naar aanleiding van deze aanzienlijk verslechterde veiligheidsbeleving aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Fractievoorzitter Flos ziet graag dat bijstandsgerechtigden, naar succesvol voorbeeld in Nieuw-West, als gastheer worden ingezet. Volgens Flos is er sprake van een win-win situatie. “Deze gastheren worden op deze manier naar een echte baan begeleid en hebben ondertussen een positief effect op de veiligheidsbeleving. Ze vergroten immers de sociale controle. Ik zou graag zien dat dit succesvolle project wordt uitgebreid en dat gastheren ook worden ingezet op de meest onveilige stations.”

Daarnaast wil Flos dat er nader onderzoek wordt gedaan naar de oorsprong van de onveiligheidsgevoelens. Veiligheid is immers maatwerk. Subtiele aanpassingen in de omgeving kunnen grote verbeteringen te weeg brengen. Flos: “Soms kan andere verlichting of een iets andere inrichting van het station al leiden tot een aanzienlijke verbetering van de veiligheidsbeleving. Om maatwerk te kunnen leveren, moet ik wel weten wat er nodig is. Daarom wil ik een verdiepend onderzoek, dat niet alleen de trends toont, maar ook de oorzaken.”