Economische onzelfstandigheid vrouwen baart zorgen

Uit onderzoek van het Servicepunt Emancipatie is gebleken dat 48% van de Amsterdamse vrouwen economisch onzelfstandig is. Hoewel de economische zelfstandigheid van vrouwen door de jaren heen verbeterd is, baart dit percentage de indieners grote zorgen. VVD woordvoerder Werk Marianne Poot: "Om financiële onafhankelijkheid bij vrouwen te bevorderen, is een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt nodig. De VVD wil van de wethouder weten welke opleidingen vrouwen het beste arbeidsperspectief bieden."

VVD woordvoerder Armoede Dilan Yesilgoz-Zegerius: "Alleenstaande moeders maken twee keer zoveel kans om in armoede te belanden. Voorkomen is beter dan genezen, we moeten dan ook durven kiezen voor een grondige aanpak zodat dit probleem niet groter wordt." 

Niet alleen maken alleenstaande moeders relatief veel kans om in armoede te belanden maar ook bestaat er veel onduidelijkheid over ‘verborgen vrouwen’ die opzettelijk worden opgesloten. Wat de indieners betreft kan betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt bijdragen aan de economische zelfstandigheid van vrouwen. Ook moet armoedeval waar mogelijk worden aangepakt om deze groep te stimuleren om financieel op eigen benen te staan. "We willen vrouwen in een uitkering zoveel mogelijk stimuleren betaald werk te vinden. Daarbij helpt het niet als het minimumloon lager is dan de bijstandsuitkering en alle landelijke en gemeentelijke regelingen. Dat lijkt misschien op het eerste gezicht sociaal maar dit belemmert vrouwen om aan het werk te gaan. Daarom moet het college alles op alles zetten om deze armoedeval te voorkomen", aldus Marianne Poot. 

Marianne Poot en Dilan Yesilgoz-Zegerius stelden de volgende vragen:

  1. Hoeveel vrouwen in Amsterdam ronden jaarlijks een opleiding af? Kan het college per opleiding aangeven welke vervolgstappen (opgesplitst in vervolgopleiding, voltijds en deeltijds werk -met daarin het onderscheid in werk dat aansluit op de opleidingsrichting- of uitkering) de afgestudeerde vrouwen nemen? 
  2. Kan het college aangeven hoeveel procent van de economisch onzelfstandige vrouwen in Amsterdam gebruikmaakt van gemeentelijke toeslagen?
  3. Welke maatregelen zijn er volgens het college voorhanden om te voorkomen dat economisch onzelfstandige vrouwen in armoede terechtkomen? Kan het college aangeven welke instanties hierbij betrokken kunnen worden?
  4. Hoe schat het college het werkelijke aantal verborgen, economisch onzelfstandige vrouwen in? Over welke middelen beschikt het college om deze groep te bereiken?
  5. Welke concrete maatregelen worden momenteel in Amsterdam genomen om economische zelfstandigheid onder vrouwen te bevorderen? Kan het college aangeven welke instanties en/of organisaties hierbij zijn betrokken en welke maatregelen het meest effectief zijn gebleken?