VVD: Dreiging richting joodse winkeliers valt buiten ondernemersrisico

De VVD wil dat Amsterdam niet alleen verantwoordelijkheid neemt voor de bescherming van joodse scholen en synagogen, maar ook voor kosjere winkels en restaurants in de stad. Sinds de aanslagen in Parijs is duidelijk geworden dat het actuele dreigingsbeeld zich niet beperkt tot risico’s voor religieuze en maatschappelijke instellingen. Ook de (joodse) ondernemers die kosjere winkels en restaurants runnen, ervaren de dreiging en zien zich genoodzaakt om beveiligingsmaatregelen te treffen. Niet in de laatste plaats om hun klanten gerust te stellen. De VVD vindt dat de dreiging die uitgaat van geradicaliseerde jihadisten buiten het acceptabele ondernemersrisico valt en roept de burgemeester daarom op om in gesprek te gaan met deze ondernemers en met oplossingen te komen. VVD-veiligheidswoordvoerder Dilan Yesilgoz-Zegerius en Paul Slettenhaar hebben zelf al met een tiental joodse ondernemers gesproken.

De dreiging waar Joodse instellingen mee kampen is geen incidenteel probleem. Volgens de VVD verdient structurele dreiging, structurele bescherming. Niet op kosten van de Joodse gemeenschap, maar op kosten van de overheid, zoals bij elke andere groep Amsterdammers. Een nadrukkelijke wens van de VVD om de joodse gemeenschap in Amsterdam meer tegemoet te komen in haar beveiligingskosten is met het aangenomen coalitieakkoord 'Amsterdam is van iedereen' in vervulling gegaan. Voor de komende vier jaar is 2 miljoen euro uitgetrokken voor de beveiliging van bedreigde instellingen. Joodse ondernemingen komen hier tot dusver echter niet voor in aanmerking, terwijl ook zij -zeker gezien de recente ontwikkelingen- te maken hebben met een verhoogde en reële dreiging waardoor hun klandizie enorm onder druk staat. Het gaat om een groep van ongeveer 10 ondernemers.