VVD stelt vragen over 1% Motorclubs in Amsterdam

Op 27 mei jl. werden in Limburg tijdens een grootscheepse politieactie gericht tegen motorclub Bandidos 14 personen gearresteerd. Veel van de arrestanten –het merendeel lid van Bandidos- hebben een omvangrijk strafblad en worden verdacht van afpersing, drugshandel, mishandeling en deelname aan criminele organisaties. Tevens werd een drugslab gevonden en stuitte de politie op wapens waaronder vuurwapens en raketwerpers. Dilan Yeşilgöz-Zegerius wil weten wat het beleid is betreffende motorclubs in Amsterdam die zich met criminele activiteiten bezighouden.

Nederland kent meer dan 500 motorclubs. Het overgrote deel van deze clubs bestaat uit motorliefhebbers die gewoon graag met andere motorliefhebbers optrekken maar een klein percentage echter, de zogenaamde 1% MotorClub (1%MC), beschouwt zichzelf als boven de wet geplaatst. De 1%MC's zijn in de regel verdeeld in regionale afdelingen die 'chapters' worden genoemd. Ter illustratie: in 2012 kende de Nederlandse Hells Angels 17 ‘chapters’ en Satudarah 20. Veel 1%MC’s hebben tevens aan hen gelieerde 'supportclubs' of 'front patch'-clubs.

De onderlinge relatie van de 1%MC's wordt gekenmerkt door conflicten die vaak op geweld uitlopen. Niet in de laatste plaats vanwege hun vermeende banden met de onderwereld.

Dilan stelde de volgende vragen:

  1. Kan het college aangeven hoeveel motorclubs in Amsterdam en omgeving actief zijn? Hoeveel van deze clubs behoort tot de 1%MC’s? Om welke clubs gaat het?
  2. Hoeveel leden hebben die 1%MC’s in Amsterdam?
  3. Kan het college middels een –beknopt- overzicht aangeven welke door 1%MC’s georganiseerde openbare activiteiten zoals grootschalige motortochten en feesten de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden? Deden zich hierbij incidenten voor? Zo ja, vielen er arrestaties?
  4. Kan het college aangeven wat het huidige beleid is betreffende de 1% MC’S die in Amsterdam zijn gevestigd of van plan zijn zich in Amsterdam te vestigen?
  5. Is de recente politieactie in Limburg aanleiding voor het college om dit beleid te herzien? Zo ja, op welke termijn gaat dit gebeuren? Zo nee, waarom niet?