VVD hecht aan bestraffen uitkeringsfraude in Amsterdam

Minister Asscher vindt dat sommige gemeenten te snel uitkeringen stopzetten in plaats van sancties opleggen als mensen frauderen met uitkeringen. Raadslid Marianne Poot wil weten of dit ook in Amsterdam het geval is. Poot: 'Fraude ondermijnt het draagvlak onder een belangrijke voorziening zoals de bijstand. Daarom moet fraude hard aangepakt worden. Het is daarbij onvoldoende om alleen de uitkering stop te zetten. Hier hoort ook een boete bij. Mensen bedenken zich dan wel twee keer voordat ze fraude plegen met gemeenschapsgeld.'

In antwoord op Kamervragen zegt minister Asscher (PvdA, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dat hij vindt dat sommige gemeenten te snel uitkeringen stopzetten in plaats van sancties opleggen als mensen frauderen met uitkeringen.  

Marianne Poot: 'Fraude ondermijnt het draagvlak onder een belangrijke voorziening zoals de bijstand. Daarom moet fraude hard aangepakt worden. Het is daarbij onvoldoende om alleen de uitkering stop te zetten. Hier hoort ook een boete bij. Mensen bedenken zich dan wel twee keer voordat ze fraude plegen met gemeenschapsgeld.'

Uit een analyse van het Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs (LCSR) bleek bovendien onlangs dat fraudeurs door onder meer het beleid van gemeenten niet de straf krijgen die ze verdienen. Asscher zegt zich ten dele te kunnen vinden in de conclusies van de LCSR. Uit onderzoek van de Inspectie SZW blijkt dat er gemeenten zijn die de wet- en regelgeving op dit gebied goed uitvoeren, maar dat er ook gemeenten zijn die het niet goed doen en dus (te) snel kiezen voor beĆ«indiging van de uitkering. 

VVD-raadslid Marianne Poot stelt hierover de volgende vragen aan het college van B&W:

  1. Is het college het met de VVD eens dat een sanctie bij uitkeringsfraude, naast het eventueel stopzetten van de uitkering, altijd passend is?
  2. Kan het college aangeven in hoeveel gevallen in de laatste vijf jaar een uitkering wegens fraude is stopgezet, zonder dat er in die specifieke gevallen een bijkomende sanctie is opgelegd? Welk beleid bestaat er op dit punt? Is het beleid van de gemeente Amsterdam ten aanzien van uitkeringsfraude in de afgelopen jaren gewijzigd? Zo ja, op welke punten?
  3. Is er sprake van een toegenomen effectiviteit in het bestrijden van uitkeringsfraude? Waaruit blijkt dit? Is het college van mening dat het opleggen van sancties de bestrijding van uitkeringsfraude bevordert danwel het aantal gevallen van uitkeringsfraude vermindert? Graag met motivatie.
  4. In hoeverre voelt het college zich aangesproken door de kritiek van minister Asscher dat sommige gemeenten de Fraudewet niet goed uitvoeren? Is het college van plan deel te nemen aan de voorlichtingsbijeenkomsten die, blijkens het bericht van BB, met extra budget zullen worden georganiseerd?
  5. Welk concreet beleid wordt op dit moment ontwikkeld om de opsporing en bestraffing van uitkeringsfraude in Amsterdam te verbeteren?