VVD vraagt duidelijkheid over vergaderingen bestuurscommissies tijdens reces

Raadslid Marianne Poot stelde vandaag vragen aan het stadsbestuur over het bericht van Het Parool dat bestuurscommissies in verschillende stadsdelen tijdens het zomerreces zullen doorvergaderen en daarmee ook de vergoeding, die per vergadering wordt toegekend, blijven ontvangen. VVD Amsterdam is van mening dat hiermee in ieder geval de schijn gewekt wordt dat het veiligstellen van de vergoeding een voorname reden van het beleggen van de vergaderingen is en vraagt het stadsbestuur om opheldering.

Op 7 juli jl. publiceerde Het Parool op zijn website een artikel getiteld: Bestuurscommissie Zuidoost blijft vergaderen - en verdienen - tijdens reces. In het artikel wordt gesteld dat er tijdens het reces door bestuurscommissies vergaderingen geagendeerd zijn terwijl met de Centrale Stad zou zijn afgesproken dat tijdens het reces alleen bij hoge uitzondering door de bestuurscommissies vergaderd wordt. 

Volgens het artikel wordt niet aannemelijk gemaakt dat er aan de gronden voor hoge uitzondering voldaan wordt. De bestuurscommissie van Zuidoost gaat zelfs tegen de wens van het Dagelijks Bestuur in waarbij bestuurscommissielid Narish Parsan als reden aandraagt dat de bestuurscommissieleden “moeten weten wat er in de samenleving speelt” en dat de bestuurscommissie “anders geen knip voor de neus waard is”.

Marianne Poot: "Ik verbaas me over deze gang van zaken en deze uitspraken. Waar de voormalige stadsdeelraden in het verleden niet tijdens het reces doorvergaderden zien dit jaar drie bestuurscommissies de noodzaak om tijdens het reces vergaderingen bijeen te roepen." Aangezien dit het eerste jaar is dat de bestuurscommissieleden een vergoeding per vergadering ontvangen is de VVD van mening dat hiermee in ieder geval de schijn gewekt wordt dat het veiligstellen van de vergoeding een voorname reden van het beleggen van de vergaderingen is. "Ik vind het ongepast als bestuurscommissies een loopje zouden nemen met de afspraken met de Centrale Stad en ik ben van mening dat hiermee het vertrouwen van de Amsterdammer in de lokale politiek wordt geschaad", aldus Marianne Poot.

Zij stelde het stadsbestuur daarom de volgende vragen:

  1. Is het College bekend met bovengenoemd artikel?
  2. Klopt het dat de bestuurscommissie in stadsdeel Zuidoost tijdens het reces blijft doorvergaderen, tegen de wil van het Dagelijks Bestuur van Zuidoost, en dat ook de bestuurscommissies in de stadsdelen Oost en Centrum tijdens het reces vergaderen?
  3. Wat zijn precies de afspraken met de Centrale Stad en de wettelijke kaders inzake vergaderen tijdens het reces? En is het College van mening dat de bestuurscommissies hiermee de afspraken met de Centrale Stad schenden of de wettelijke kaders overschrijden?
  4. Hebben de stadsdeelraden in stadsdelen Zuidoost, Centrum en Oost tijdens het vorige zomerreces ook doorvergaderd? Zo nee, wat maakt de situatie dit jaar dermate anders dat de bestuurscommissies menen wel door te moeten vergaderen tijdens het reces?
  5. Deelt het College de mening dat het er, in ieder geval in Zuidoost, de schijn van heeft dat de bestuurscommissieleden voornamelijk doorvergaderen om hun vergoeding op te kunnen strijken?
  6. Zijn er, voor zover nu bekend, in het huidige reces zaken geagendeerd in de drie stadsdelen, die dermate belangrijk en urgent zijn dat ze het billijken om bij hoge uitzondering een vergadering bijeen te roepen. En zo ja, waarom zou dit meer dan één vergadering moeten omvatten?
  7. Is het College het met de VVD eens dat de stadsdeelraad in voorgaande jaren ook op de hoogte kon zijn van “wat er in de samenleving speelt”, zonder in het reces door te vergaderen? En dat van bestuurscommissieleden verwacht mag worden dat zij altijd in contact staan met bewoners, ook zonder betaalde werkbezoeken of vergaderingen?
  8. Is het College van mening dat de bestuurscommissieleden het vertrouwen van de Amsterdammer in de politiek schaden door de schijn te wekken door te vergaderen met als schijnbaar belangrijkste doel het veiligstellen van de vergoeding?
  9. Welke mogelijkheden heeft het College om in te grijpen als bestuurscommissies tijdens het reces vergaderingen beleggen en daarmee een vergoeding opstrijken zonder dat het spoedeisende karakter van de vergadering aannemelijk kan worden gemaakt?
  10. Is het College bereid om alles in het werk te stellen om op zo kort mogelijke termijn, al dan niet in overleg met de bestuurscommissies, een einde te maken aan het eventuele onnodige doorvergaderen tijdens het reces door bestuurscommissies?


Update: 
Lees hier de beantwoording van de vragen.